Korte uitleg en begrippen

Technieken voor dataverkeer

  1. telefoonlijnen: dit zijn relatief dunne koperdraadjes. Hiermee worden ADSL en VDSL oplossingen aangeboden. Wereldwijd al jarenlang een succesnummer. De beschikbaarheid en snelheid is afhankelijk van de afstand tot de wijkcentrale en de 'drukte' op de lijn door gelijktijdig gebruik.
  2. COAX (kabel): relatief dikkere koperdraad. Alleen met het nieuwe DOCSYS systeem worden hoge snelheden gehaald. Op het oude systeem geldt het nadeel van gelijktijdig gebruik, net als bij ADSL.
  3. mobiel: wordt nog steeds sterk ontwikkeld, er komen steeds nieuwe technieken bij. De nieuwste techniek is 4G. De verdienmodellen van de grote telecomproviders zijn leidend voor de uitrol, aangezien het vaak over zeer grote investeringen gaat. Grootste nadeel is het dalen van de snelheid door gelijktijdig gebruik.
  4. straalverbinding: verkrijgbaar in goedkope maar storingsgevoelige uitvoering en zeer betrouwbare maar dure uitvoering (die wat betreft kwaliteit het dichtst in de buurt komt van een glasvezel). Bandbreedtes mogelijk tot 1 Gbps up en down. Wordt vooral toegepast door Telecomproviders om hoofdverbindingen te maken tussen eigen voorzieningen of bij grote bedrijven.
  5. satelliet: heeft als groot voordeel dat verbinding mogelijk is op moeilijk bereikbare plaatsen, zoals in het buitengebied of op het water. Grootste nadeel is de vertraging (latency): de data moet letterlijk een zeer lange weg afleggen tussen zender, satelliet en ontvanger, wat tijd kost. Gemiddeld is de praktijkervaring van gebruikers dat de vertraging ongeveer een halve seconde tot een seconde bedraagt. De gebruiker ervaart dit als ‘stroperigheid’ / ‘traagheid’ en sommige toepassingen werken hierdoor minder goed, slecht of niet (bijvoorbeeld internetbankieren, VPN, VoIP/spraak, games etc.).
  6. glasvezel: bestaat al lang als techniek voor datatransport, maar is pas sinds een jaar of 5 beschikbaar voor de consumenten- en zakelijke markt. Snelheden tot 1 Gbps up én down zijn in de praktijk op grote schaal haalbaar, de meeste abonnementen bieden 100 Mbps.

Glasvezelnetwerk

Een glasvezelnetwerk kan worden beschreven door het voor te stellen als bestaande uit 3 onderdelen of ‘lagen’:

  • Laag 1: passieve laag
    De passieve laag bestaat uit de fysieke componenten van het glasvezelnetwerk zonder actieve componenten, met andere woorden: ‘er staat nog geen stroom op’. De componenten van de passieve laag 1 zijn onder andere (mantel)buizen, glasvezels (fibers, nog onbelicht!), koppelingen, handholes, Point(s) of Presence (PoP’s), glaslades,doorvoeren, boringen (onder wegen, spoorlijnen, kanalen, maar ook (voor)tuinen),verbindingen / connectors etc.
  • Laag 2: de actieve laag
    Het actieve netwerk bestaat uit de belichting van het glasvezelnetwerk waarover het transport van de data plaatsvindt. De leverancier van deze laag wordt de belichter genoemd. Elementen en kenmerken hiervan zijn onder andere switches (o.a. opgesteld in de PoP), routers (o.a. opgesteld in PoP), lasers (o.a. verbinden aan de switch), de bandbreedte (Mbps, Gbps), protocollen (zoals ethernet), VPN’s en VLAN’s, snelheid en garanties etc.
  • Laag 3: de diensten zoals telefonie, televisie, internet etc.
    Soms wordt ook nog gesproken over een laag 4 waaronder de mogelijke soorten van bijv. telefonie vallen, zoals VOIP of skype.

Begrippen uit bovenstaande:

  • PoP: point of presence. De fysieke wijkcentrale waar de verschillende aansluitingen bij elkaar komen en waar de actieve apparatuur (zoals een switch) is opgesteld.
  • Handholes: put in de grond. Een knooppunt in het glasvezelnetwerk.
  • VoIP: Voice over IP, spraak over het internet.
  • Mbps / Gbps: Mega- en Giga bits per seconde; een notatie van de transportcapaciteit (‘snelheid’) van dataverkeer over een glasvezelnetwerk Ter vergelijk: de grootte van databestanden wordt normaliter uitgedrukt in bytes (1 byte staat gelijk aan 8 bits).
  • VPN: Virtual private network; een afgeschermd netwerk over het externe netwerk. Kan worden opgezet over een internetverbinding, maar de beschikbare bandbreedte kan niet worden geregeld of gegarandeerd. Veilig, want andere gebruikers kunnen niet bij de data, maar met veel gebruikers kan dataverkeer soms ‘weggedrukt’ worden.
  • VLAN: Virtual local area network; afgeschermde verbinding over het externe (glasvezel)netwerk, waarbij het eigen netwerk van de gebruiker volledig transparant wordt doorgezet, met behoud van bandbreedte en volledig behoud van garanties en spelregels.
  • Backbone: hoofdverbinding, bijvoorbeeld van een lokaal naar een regionaal knooppunt.
  • SLA: service level agreement; de afspraken tussen een leverancier en afnemer over garanties (zoals de beschikbaarheid) en de mate van service in geval van bijv. storingen.
  • Klic: Kabels en Leidingen Informatie Centrum, registratie van ligging kabels en leidingen door het (onderdeel van) Kadaster.
  • De kosten die er zijn verbonden aan het uitrollen van een glasvezelnetwerk worden soms uitgedrukt in CAPEX (kapitaal kosten) en OPEX (operationele kosten).

Bestek

Het bestek heeft als doelstelling te omschrijven de leveringsomvang, de administratieve voorwaarden en de civiel- en technische voorwaarden.

Gedoogplicht, geen precariobelasting

Telecommunicatiewet: bijzonderheid van de aanleg van openbare telecommunicatienetwerken, zoals een glasvezelnetwerk, is dat er een wettelijke verplichting is om de aanleg van deze netwerken in openbare gronden te gedogen. Uit deze verplichting om te gedogen vloeit voort dat geen precario kan worden geheven.

Leges en degeneratie

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het nemen van een instemmingbesluit, kan het college leges in rekening brengen. Daarnaast: door het graafwerk in de openbare ruimte ontstaat schade in de vorm van degeneratie van bestrating. De plicht om deze schade te vergoeden, is in de Telecommunicatiewet opgenomen.

Wet Informatie-uitwisseling ondergrondse netten (‘Wion’)

Wet Informatie-uitwisseling ondergrondse netten (‘Wion’), ook bekend als grondroerdersregeling. De doelstelling van de Wion is tweeledig: het tegengaan van leveringsonderbrekingen en het zoveel mogelijk voorkomen van gevaarlijke situatie veroorzaakt door beschadiging. De Wion bevat verplichtingen voor opdrachtgevers, grondroerders (degenen onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht) en beheerders (degenen die als natuurlijk persoon handelende in de uitoefening van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een net beheren).

MEIP

Het MEIP beginsel houdt in dat er voldoende (marktconform) uitzicht is op rentabiliteit van de investering. Als een project ondanks de steun zichzelf niet kan bedruipen door, ook op lange termijn en tegen een rendement dat in verhouding staat tot het risico van de investering, de steun terug te verdienen, is er waarschijnlijk sprake van staatssteun

Dienst van algemeen economisch belang (DAEB)

Diensten van algemeen belang (DAB) omvatten markt- en niet-marktdiensten (economische en sociale activiteiten) die niet uitsluitend aan het marktmechanisme worden overgelaten. Deze diensten worden tot op zekere hoogte door de overheid gereguleerd en gecontroleerd

Redundantie

In het geval van glasvezel gaat het om een reserveverbinding zodat bijv. de dienstverlening gegarandeerd blijft. Ook kunnen gegevens redundant (dubbele of drievoudige back-up) worden opgeslagen en kunnen technische systemen zowel op component- als systeemniveau redundant worden uitgevoerd.

Unified Communication

Een dienst waarbij mogelijkheden en informatie van meerdere communicatiemethoden, bijvoorbeeld e-mail, telefoon en sociale media, worden gecombineerd. Bijvoorbeeld: je wordt gebeld en in Outlook komen de contactgegevens op het beeldscherm. Of contact op LinkedIn wordt opgeslagen in een CRM-systeem, waar alle belangrijke klantgegevens worden bijgehouden en van waaruit je een telefoongesprek kunt starten.

Vraagbundeling

Het bevragen c.q. contracteren van toekomstige gebruikers. Hierdoor kan een eerste toetsing van de (haalbaarheid van) de initiële business cases plaats vinden.

Domotica

Ook wel huisautomatisering, is het domein van huiselijke elektronica. Het woord "domotica" is een samentrekking van het Latijnse woord domus (huis) en tica wat afkomstig is van informatica, telematica en robotica. De officiële definitie van domotica is: De integratie van technologie en diensten, ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven. Bij domotica draait het dus niet alleen om integratie van techniek en bediening in de woning, maar ook om de dienstverlening van buitenaf naar de woning.

e-learning

Elke leervorm die gebruikmaakt van een computernetwerk voor distributie, communicatie over en weer en facilitering (plaats- en tijdonafhankelijk).

Termen aangaande e-learning zijn: ELO's: elektronische leeromgevingen, LMS: learning management systeem, LCMS: learning content managementsysteem, CBT: computer based training vroeger ook vaak Computer Ondersteund Onderwijs (COO) genoemd, webbased learning: leren waarbij gebruik wordt gemaakt van een webbrowser en OpenCorseWare: de term voor lesmateriaal dat door universiteiten vrij wordt gedeeld.



Top